Wat mij meer en meer opvalt en in mijn gesprekken met anderen naar boven komt is het besef hoezeer ons dynamische leven bepaalt wordt door statisch geformuleerde waarden en normen. Er is geen ruimte meer voor anders zijn. Elke vorm van anders zijn wordt getypeerd en gekenmerkt tot in het kleinst waarneembare detail als een afwijking van de norm die hulp behoeft om te voldoen aan diezelfde norm. Het doel heet dan het individu te genezen waardoor het zich maximaal en gezond kan ontwikkelen.
Normen zijn per definitie statisch, eenmaal geformuleerd leven ze hun eigen leven zonder respect voor de dynamische natuur waar wij onderdeel van zijn. Wij verzuimen consequent de normen en waarden tijdig bij te stellen aan de gewijzigde omstandigheden, omstandigheden die zich in een continue stroom blijven veranderen. Daar wij onze medemens willen helpen door het bepalen van normen voor alles wat ons leven raakt, bereiken wij juist het tegenovergestelde. Wij beperken het individu en het recht tot zelfontplooiing. Het non-discriminatieve recht om je eigen individu te zijn en je eigen keuzes te maken.
Ontwikkeling is per definitie dynamisch en elke vorm van regeling legt statische beperkingen op en brengt het in veel gevallen zelfs tot stilstand. Normen, waarden en regels zijn nodig hoor ik dan roepen, zonder is er chaos. Wij denken de chaos te kunnen temmen door kanalen te graven om later te moeten vaststellen dat kanalisatie niet mogelijk is omdat de stroom op onvoorspelbare tijdstippen buiten zijn oevers treedt. We kunnen ons dynamische zijn niet statisch regelen, we kunnen chaos niet omtoveren tot orde. Elke poging zal gedoemd zijn te mislukken en is tot op heden ook steevast gebeurd. Wat wij verzuimen te doen is respect op brengen voor de chaos en proberen te vertrouwen op onszelf waardoor we ongehinderd en onbezorgd in de chaos mee kunnen gaan. We gijzelen onszelf met de angst dat we zonder orde zullen verdrinken in een woeste stroom, terwijl juist het kalme vertrouwen in jezelf je kalm doet dobberen op de allerhoogste golven.
Ons eigen onvermogen tot controle van de chaos door berusting in onszelf transponeren we met schijnbare controle op anderen door wetten en regels. De beperking van anderen moet onszelf de ruimte en tijd geven om adem te kunnen halen. De weerstand en drang van anderen zal ons daar echter in beletten. In plaats van je eigen keuzerecht te gebruiken om je eigen tijd en ruimte te creëren beklemmen wij onze naburen en beperken wij zo de verdere ontwikkeling van ons allemaal, als een drenkeling die de redder meesleurt in zijn angst om te verdrinken.
Het respect voor de verscheidenheid doet maakt als vanzelf onzichtbare en dynamische afscheidingen waardoor er een apart bestaansrecht lees orde ontstaat in het chaotische geheel net zoals atomen al draaiende in hun eigen baan ruimte hebben gecreëerd binnen het molecuul en zonder op elkaar te botsen door kunnen gaan met hun dan schijnbaar chaotische bestaan.
Pas met een continue respect voor chaos zal er hoe tegenstrijdig dan ook altijd orde zijn. Pas als de chaos, chaos mag zijn is er rust en ruimte voor orde. Pas dan kan de overal aanwezige energie oneindig en rijkelijk blijven stromen en krijgt alles en iedereen de tijd en ruimte om samen te zijn.